patiënt
Gezondheid

De persoon achter de patiënt

01.03.2019
door Hermien Vanoost

Wat wil je zelf? Wat denk je zelf? Het zijn vragen die zorgverleners in de toekomst wellicht vaker zullen stellen. Onderzoek toont immers aan dat een behandeling succesvoller is wanneer een patiënt inbreng krijgt. Wordt luisteren de hoeksteen van onze geneeskunde?

Het begon met een reportage in Via Annemie op tv-zender één. Daarin vroeg journaliste Annemie Struyf aan een patiënte op intensieve zorgen wat ze graag nog eens zou proeven. “Een mango”, zei ze met een glinster in de ogen. Een paar dagen al later stond Annemie terug bij de vrouw, met een mango als cadeau. De vrouw barstte in tranen uit. “Nooit zal ik dit vergeten”, klonk het. Dat het woord ‘mangomoment’ nadien een eigen leven is gaan leiden, hebben we aan KU Leuven-professor Kris Vanhaecht te danken. Hij zat die avond in 2015 met een krop in de keel voor zijn scherm. “Het was prachtig om te zien dat zoiets kleins zoveel kon betekenen. Ik was geraakt, maar tegelijk ook boos. Hoe kon het dat geen enkele zorgverlener daar eerder naar had gevraagd?”

Zorg, maar zelden de patiënt

De reportage leidde in 2017 uiteindelijk tot een onderzoeksproject rond klantgerichtheid in de zorg. Daarvoor verzamelden Vanhaecht en zijn team meer dan duizend verhalen over mangomomenten – kleine acties met grote waarde voor de patiënt – en interviewden ze ruim 120 hulpverleners en patiënten. Wat opviel, was dat patiënten makkelijk voorbeelden konden bedenken, maar dat zorgmedewerkers langer moesten graven. “Velen gaven toe dat ze er niet altijd toe kwamen om een echt gesprek met de patiënt aan te gaan”, vertelt Vanhaecht. “Ze waren wel bezig met zorg, maar zelden met de persoon achter de patiënt.”

Met het onderzoek trekt Vanhaecht vandaag internationaal de aandacht. In december nog mocht hij toelichting geven in Orlando tijdens het jaarlijkse National Forum on Quality Improvement in Health Care. Eerder waren er aanvragen uit Nederland, Italië en Brazilië. Volgens dr. Bojoura Schouten van de UHasselt is die interesse niet toevallig, maar past het binnen een bredere verschuiving binnen de geneeskunde. “Van een klassiek biomedische aanpak zijn we geëvolueerd naar een meer biopsychosociale benadering van ziekte en gezondheid. Onderzoek heeft ons geleerd dat het welbevinden van de patiënt over meer dan lichamelijke gezondheid gaat en dat het loont om bij een behandeling met iemands persoonlijke noden rekening te houden.”

Welke die noden zijn en hoe je die als zorgverlener kunt achterhalen, daarover ging het doctoraat dat Schouten eind 2017 met succes verdedigde. Het instrument dat ze in dat kader ontwikkelde, is intussen getest bij een groep patiënten met gastro-enterologische kanker. Aan hen is gevraagd om op vaste momenten in hun behandelingstraject een vragenlijst over hun kwaliteit van leven en zorgnoden in te vullen. “We peilden dan bijvoorbeeld naar de impact van de ziekte en de behandeling op de relatie met de partner”, vertelt Schouten. “Hoofdverpleegkundigen kregen dankzij die vragenlijsten veel sneller een beeld van de problemen en bezorgdheden van patiënten en konden zo meer zorg op maat geven.”

Het welbevinden van een patiënt gaat over meer dan lichamelijke gezondheid. Bonjoura Schouten

Back to basics

Voor Kris Vanhaecht luidt de conclusie dat zorgverleners back to basics moeten gaan. “Velen hebben ooit voor de zorg gekozen omwille van de band met de patiënten. Dan is het gek dat ze vandaag vooral met ISO-normen, computers en protocollen bezig zijn. Mijn advies is: ga terug meer in interactie met je patiënt.” Inspiratie daarvoor kunnen ze halen uit het boek dat hij en zijn team in juni uitbrengen. Verder werkt Vanhaecht aan een opleidingstraject rond ‘klantgericht’ denken en communiceren in de zorg. “Het is immers geen evolutie die zich vanzelf zal voltrekken. We zullen zorgmedewerkers én directies hierbij moeten ondersteunen.”

De overheden in ons land zijn alvast mee met het pleidooi voor meer patient/person centered care. Om de kwaliteit van de zorginstellingen te meten, houden ze steeds vaker rekening met wat de patiënten zelf ervaren. Vanhaecht verwacht dat dat criterium in de toekomst nog zwaarder zal wegen. “Het is een ontwikkeling die je overal in de wereld ziet. Patiëntervaring krijgt meer aandacht, naast efficiëntie en patiëntveiligheid. Al blijft dat laatste natuurlijk primordiaal. Liever een veilige arts die iets minder patiëntgericht is dan een heel lieve die fouten maakt.”

Vorig artikel
Volgend artikel