smart cities
België

Smart cities krijgen vorm

06.01.2016
door Daan Vanslembroeck

De wereldbevolking blijft toenemen, maar de beschikbare ruimte blijft dezelfde. Niet meteen goed nieuws voor wie aan claustrofobie lijdt. Gelukkig zijn we ons bewust van deze problematiek en bekijken we hoe we smart cities steeds meer kunnen vormgeven. Smart wat? Juist, slimme steden die door middel van informatie- en communicatietechnologie aandacht hebben voor energie, mobiliteit, infrastructuur en veiligheid.

Tegen 2050 zal naar schatting 66 procent van de wereldbevolking in stedelijk gebied wonen. Hoe kunnen we de stad tegen dan nog leefbaar houden? “Simpel, door ze slimmer en duurzamer te maken”, vertelt Joachim De Vos, CEO van Living Tomorrow en oprichter van Tomorrowlab. Het bedrijf heeft een visiegroep Smart Cities van waaruit men bestudeert hoe onze steden er morgen uitzien en die advies geeft bij de uitbouw van het smart city toekomstplan.

Stadsjongeren kiezen er steeds vaker voor om geen rijbewijs te halen en niet te investeren in een auto

– Nathalie Bekx

Men bouwt een slimme stad uit als een geheel en komt tegemoet aan de noden van de bewoners. De Vos: “Het heeft weinig zin om enkel te focussen op mobiliteit en pakweg leefbaarheid op de lange baan te schuiven”. Hij haalt als voorbeeld het model van Cohen aan. Daarin schuift men verschillende segmenten naar voren die onder de aandacht moeten komen in een smart city, zoals de bewoners, het bestuur, de economie, het milieu en duurzame energie, mobiliteit en het wonen in de stad an sich. “Pas als men alle componenten op elkaar afstemt, kunnen we bouwen aan de stad van de toekomst”, aldus De Vos.

In Vilvoorde implementeerde men twee jaar geleden al een ‘straat van de toekomst’. De straatverlichting werkt via een follow me-principe waardoor men de helderheid aanpast aan de auto, voetganger of fietser. “Een mooi initiatief en een stap in de goede richting, maar een slimme straat maakt nog geen slimme stad”, concludeert De Vos. Eveneens belangrijk in het stadsbeeld van de toekomst zijn de demografische gegevens. Nathalie Bekx is CEO van Trendhuis en stelt dat elke generatie een ander soort wonen voor ogen houdt en dat heeft zijn gevolgen voor een stad: “Mensen tussen de 20 en de 35 wonen het liefst in een stad. Zodra ze kinderen hebben, kiezen ze voor de stadsrand om, eens boven de vijftig, terug te keren, maar dan naar een appartement. Deze gegevens schetsen sowieso de stad van morgen.”

Pas als men alle componenten op elkaar afstemt, kunnen we bouwen aan de stad van de toekomst

– Joachim De Vos

En de stad van morgen staat natuurlijk niet alleen. Steden kijken graag over het muurtje om van elkaar te leren. De Vos benadrukt dat elke stad wel een eigen identiteit heeft, waardoor je een toekomstvisie niet zomaar met copy-paste kunt overnemen. “Er zijn nu eenmaal industriesteden, cultuursteden en toeristensteden. Voor elke stad is een stappenplan nodig dat voortvloeit uit een doorlichting”, bevestigt hij. Toch kan over het muurtje kijken geen kwaad. Meer nog, op Europees niveau duidde men de stad Santander aan om een voortrekkersrol te spelen in de ontwikkeling van smart cities. In die stad plaatste men 12.500 slimme sensoren. Sensoren die pakweg de luchtkwaliteit of de verlichtingsintensiteit in kaart brengen. De Vos: “Concreet komt het erop neer dat die sensoren een signaal doorsturen als de luchtkwaliteit plots onvoldoende is. Automatisch zorgt men er dan voor dat men (vracht)wagens of milieuonvriendelijke bussen limiteren. Of dat het in alle kantoren plots een graadje minder warm wordt om de CO2– uitstoot te beperken.”

Steden moeten nu echt goed beginnen nadenken over bepaalde beslissingen die men moet nemen. Een toekomstvisie is voor De Vos essentieel. Moeten steden nog investeren in ondergrondse parkeergarages? “Het antwoord klinkt nu nog futuristisch, maar vooral ook realistisch”, meent De Vos. “Over tien jaar krijgen we een expansie van zelfrijdende auto’s, die ons automatisch naar het centrum brengen – milieuvriendelijk. Wij stappen uit en de auto gaat zichzelf parkeren ergens in de stadsrand. Later pikt de auto ons gewoon weer op.” Bekx ziet dat het mobiliteitsprobleem zich stilaan zelf aan het reguleren is: “Stadsjongeren kiezen er steeds vaker voor om geen rijbewijs te halen en niet te investeren in een auto. Ze zien het niet zitten om de investering te doen, de verzekering te betalen en dan urenlang te moeten zoeken naar een parkeerplaats. De bus en het openbaar vervoer zijn een beter en meer ecologisch alternatief voor de toekomst.”

Vorig artikel
Volgend artikel