buiten
Gezin

Kinderen houden van vuil worden

30.03.2015
door Daan Vanslembroeck

‘Nog tien minuten en dan is het gedaan met de iPad’, roept moeder haar kroost toe. Herkenbaar? Wellicht. De digitalisering is samen met vaste waarde televisie de grootste concurrent van het buitenspelen geworden. Aan de ouders om het voorbeeld te geven en de kinderen meer naar buiten te schoppen.

Buitenspelen

Buitenspelen is voor elk kind belangrijk. Buiten zijn immers dingen mogelijk die binnen niet kunnen. Het biedt de kans om volle bak te bewegen, maar ook om rust te vinden in de natuur. Buiten biedt voor ieder kind wel iets dat door Moeder Natuur wordt geschonken. “Het is eigenlijk een grote gratis speelgoedwinkel. Een simpele denappel kan dienen als een balletje in de soep, een stok verandert door de fantasie van een kind in een magisch ridderzwaard.” Aan het woord is Mira Van Olmen van Kleefkruid, master in de sociale pedagogiek en actief met workshops over buitenspelen. De natuur is volgens haar de beste speelplek voor kinderen om buiten te spelen. Dat bevestigt ook Paul Renders, COO van Center Parcs. “Een gezin dat tijdens een vakantie samen met de kinderen een ontdekkingstocht in de bossen beleeft, daar fleurt iedereen van op. Als er een aanbod is aan activiteiten om buiten te spelen, dan zie je meteen dat kinderen daar gretig op inspelen. Geef ze de buitenlucht en ze herademen.”

Toch speelt gek genoeg niet elk kind buiten. En dat ligt aan de ouders. Enkele jaren geleden voerde de KU Leuven samen met vzw Kind en Samenleving en in opdracht van de Vlaamse overheid een onderzoek uit naar buiten spelen onder 2300 kinderen tussen de zes en de veertien jaar. Professor Jan Seghers, bewegingsexpert aan de KU Leuven, beaamt dat een belangrijke rol is weggelegd voor de ouders: “Jammer genoeg moedigt minder dan één ouder op twee zijn kind aan om buiten te spelen. De stimulans van de ouders om buiten te spelen was bovendien negatief gerelateerd met de leeftijd van het kind. Hoe ouder het kind, hoe minder de ouders het stimuleren tot buitenspelen.” Mira Van Olmen vindt het onbegrijpelijk. Waarom geven ouders dan geen aanmoedigend duwtje in de rug? “De ouders en de omgeving bepalen het klimaat voor het kind. Laat een kind vuil worden en schrammen krijgen op de armen. Dat hoort er bij. Ik hoor nog geregeld ouders die hun kind van school afhalen met: ‘Oh nee, hij heeft in de zandbak gespeeld’. Ieder kind heeft gewoon recht op vuil worden. Laat een kind beslissen.”

Een eerste aanzet tot bewegen kan vaak de basis zijn tot meer beweging tout court

Paul Renders

Autonomie van het kind

Professor Seghers bevestigt dat die beslissing om buiten te spelen voor een kind erg belangrijk is. “Naast de stimulans van de ouders, was het buitenspelen ook gerelateerd met de autonomie van het kind om buiten te spelen en de voorkeur van het kind om buiten te ravotten. Kinderen die zelf mogen beslissen om buiten te gaan spelen, spelen effectief ook meer buiten.” Dat beslissingsrecht kan zich verder vertalen in het buitenspelen op langere termijn. Paul Renders: “Kinderen komen soms tijdens een vakantie of een sportkamp in contact met een manier van bewegen die ze niet gewoon zijn of juist voor het eerst doen. Eens muurklimmen, snorkelen of waterskiëen kan er toe leiden dat zo’n initiatie ook later wordt verdergezet. Een eerste aanzet tot bewegen kan vaak de basis zijn tot meer beweging tout court.”

Vrije tijd is veel meer georganiseerd en gedigitaliseerd

Mira Van Olmen

Digitalisering

Maar buitenspelen moet natuurlijk wel kunnen. De verkavelingen doen de weilanden en de bossen inkrimpen, waardoor niet ieder kind dezelfde kansen krijgt om buiten te spelen. “Bovendien is de vrije tijd veel meer georganiseerd en gedigitaliseerd”, stelt Van Olmen. Die digitalisering vormt een bedreiging voor het buitenspelen. De iPad sust, de televisie blust. Professor Seghers beaamt dat televisie en computergames concurrenten zijn voor het buiten spelen. “Ongeveer de helft van de kinderen die niet graag buitenspelen, spelen dikwijls computerspelletjes tegenover slechts een derde van de kinderen die wel graag buitenspelen.”

Maar spelen onze kinderen dan nog wel graag buiten? Van Olmen: “Gelukkig wel nog. Stel die vraag maar aan kinderen van vier tot zeven jaar en je zal horen dat ze liefst buiten willen spelen. Vooral bosrijke plekjes met veel hoekjes en kantjes zijn top.” En dat buitenspelen helpt juist weer tegen de digitalisering. Renders: “Kleine kinderen beleven hun fantasie intens. Zij hebben soms minder nodig om zich uit te leven, maar ook tieners moeten voldoende bewegen. Avontuurlijke trips en activiteiten voor hun leeftijd helpen er voor zorgen dat ze even niet met de smartphone of tablet bezig zijn.”

Het mag duidelijk zijn dat de stelling ‘mijn kind speelt niet graag buiten’ niet meer telt. “Ouders moeten zelf hun kinderen motiveren om te bewegen”, besluit Seghers. “Een paar uur televisie of videospelletjes inruilen tegen wat ravottten, zou al een stap in de goede richting zijn.”

Vorig artikel
Volgend artikel