Interview door Fokus-online.be

Internationaal denken volgens Jonas Dhaenens

Weg met de Belgische bescheidenheid. Dat is de raad die Jonas Dhaenens aan al zijn collega-ondernemers wil geven. Zelf heeft hij alvast nooit geaarzeld om de zaken groots te zien. Ook nu zit de jonge CEO van Combell boordevol plannen, te beginnen met een overnametocht in Europa.

Weg met de Belgische bescheidenheid. Dat is de raad die Jonas Dhaenens aan al zijn collega-ondernemers wil geven. Zelf heeft hij alvast nooit geaarzeld om de zaken groots te zien. Ook nu zit de jonge CEO van Combell boordevol plannen, te beginnen met een overnametocht in Europa.

Het was een glunderende Jonas Dhaenens die begin dit jaar de award voor IT Person of the Year in ontvangst nam. De titel die ICT-nieuwssite Computable hem gaf, was de kers op de taart na wat de 36-jarige bedrijfsleider zelf de meest intense en hectische maanden uit zijn loopbaan noemt. Er was de splitsing van Combell en Sentia in twee zelfstandige hostingbedrijven, er waren de overnames in België, Nederland en Zwitserland en er was de deal met het Britse investeringsfonds HG Capital dat de toekomst en verdere buitenlandse expansie van Combell moet verzekeren.

Het doel van Dhaenens is om met zijn hostingbedrijf op korte termijn vijf bijkomende markten te ‘veroveren’ en zo een van de grootste spelers van Europa te worden, met minstens drie keer zoveel omzet (nu 100 miljoen euro) en klanten (nu ongeveer 800.000) als vandaag. “Vooral in de kleinere economieën liggen voor ons nog veel kansen”, verklaart Dhaenens. “Omdat daar nog veel versnippering is, is het mogelijk om snel de lokale nummer één of twee te worden. In landen als Duitsland en Groot-Brittannië daarentegen is het veel moeilijker om voet aan grond te krijgen aangezien de consolidatie daar al in belangrijke mate gebeurd is. Die landen laten we links liggen.”

On-Belgisch

Dat hij brandt van ambitie, is het minste dat je over Dhaenens kunt zeggen. Zijn ondernemersverhaal leest dan ook heerlijk on-Belgisch en begon al op zijn zestiende, in zijn slaapkamer. “Ik was een tiener die liever met financiën en economie bezig was dan met voetbal en spelletjes spelen”, lacht hij. “Van jongs af aan dacht ik na over geldvragen en zette ik lucratieve businessmodellen op papier. Het was voor mij een uitgemaakte zaak dat ik net als mijn ouders ooit zelf een bedrijf zou runnen.”

Zijn keuze voor de IT-wereld was eerder toevallig dan weloverwogen. “Mijn vader was verzekeringsmakelaar, mijn moeder had een eigen winkel. Toen ze op een dag – het was eind jaren 90 – besloten om een website te laten bouwen, heb ik hen voorgesteld om die klus voor hen te klaren.” Dat bleek toch iets makkelijker gezegd dan gedaan. Vooral de .be-domeinnaam registreren was een hele administratieve onderneming. Dhaenens, die in het voorlaatste jaar boekhouden-informatica zat, zag meteen het gat in de markt. Voortaan zou hij geld verdienen met de verkoop van domeinnamen en de verhuur van webruimte aan zelfstandigen en kmo’s.

Wij Belgen zien het niet groot genoeg, waardoor we ons aan alle kanten laten voorbijsteken.

Maar hij was niet de enige die de sprong waagde. Webhostingbedrijven schoten in die periode als paddenstoelen uit de grond. Terwijl de meeste collega’s het vanuit een passie voor techniek deden, primeerde bij Dhaenens het zakelijke. “De media noemen mij nu een techondernemer, maar mijn eerste doel is altijd geweest om een succesvol bedrijf uit te bouwen. Of dat nu met technologie of iets anders was, maakte mij niet uit. Van meet af aan ging ik op zoek naar een model dat schaalbaar was, waarmee ik constante inkomsten kon genereren en mijn bedrijf zo snel en efficiënt mogelijk kon laten groeien.” Een aanpak die loonde, want op het moment dat de markt begon te professionaliseren en er grotere investeringen moesten gebeuren, heeft hij met Combell gouden zaken gedaan. “Veel collega’s uit de sector zagen het niet zitten om met die ontwikkelingen mee te gaan, die heb ik toen kunnen overnemen. Tussen 2008 en 2012 is de omzet van Combell verviervoudigd, waardoor we uiteindelijk de grootste hostingfirma van België zijn kunnen worden.”

Concurrent van Google

Sinds 2014 past hij diezelfde techniek met succes buiten de eigen landsgrenzen toe. De aard van het beestje, zegt hij: “Als ik een doel bereikt hebt, denk ik meteen daarna: what’s next? Altijd sta ik klaar voor een volgende stap.” Die alertheid is nodig, want de sector evolueert razendsnel en overal zijn er kapers op de kust. Zelfs Google, Amazon en Microsoft moet hij intussen tot zijn concurrenten rekenen, aangezien ook zij opslaginfrastructuur in de cloud aanbieden. “Om het verschil met die grote spelers te blijven maken, zetten we met Combell hard in op persoonlijke dienstverlening. De oplossingen die we creëren, zijn afgestemd op de noden van zelfstandigen en kmo’s. Ze kunnen rekenen op 24/7-ondersteuning.”

De blik van Dhaenens mag dan wel op Europa liggen, ook in eigen land ziet hij nog altijd veel mogelijkheden om te groeien. “Als het over IT gaat, nemen Belgische bedrijven te vaak een afwachtende houding aan. De verschuiving naar de cloud bijvoorbeeld gaat hier stukken trager dan elders in Europa. Ondanks de GDPR-wetgeving en alle garanties rond veiligheid en privacy gaan Belgische organisaties er nog altijd van uit dat het beter is om hun data op eigen servers te bewaren. Er ligt voor ons dus zeker nog werk op de plank.”

Meer geloof in IT zou voor de Belgische economie in elk geval een opsteker zijn, denkt Dhaenens. “Kijk maar naar wat er in onze e-commerce is gebeurd. Op enkele uitzonderingen na komen alle grote spelers in ons land uit het buitenland. Je kunt zeggen dat dat met onze wetgeving te maken heeft, maar nog doorslaggevender volgens mij is de mentaliteit in ons land. Wij Belgen zien het niet groot genoeg, waardoor we ons aan alle kanten laten voorbijsteken. Internationaal denken, dat is wat wij veel vaker moeten doen. Het is tijd om onze tanden te laten zien (lacht).”

Inhaalbeweging

Hier en daar is dat volgens Dhaenens ook al aan het lukken. Hij verwijst naar het indrukwekkende parcours dat Belgische softwarebedrijven als Teamleader en Kollibra de voorbije jaren hebben afgelegd, ook in het buitenland. In de hoop daar in de toekomst nog meer mooie namen aan toe te voegen, investeert hij nu zelf ook in een reeks start-ups van eigen bodem. Veertien bedrijven mogen intussen al op zijn financiële en andere steun rekenen, waaronder WinWinner en PitchDrive. “Voor mij is het een manier om nieuwe ideeën op te pikken en mijn netwerk uit te breiden. Als ik daarmee ook nog het ondernemerschap een duwtje in de rug kan geven, dan is dat mooi meegenomen.”

SMART FACT

Wat als je geen ondernemer was geworden?

“Dat is compleet ondenkbaar. Als negenjarige al hunkerde ik naar het ondernemerschap. Als Combell niets was geworden, dan had ik zeker en vast wel iets anders bedacht. In vastgoed, verzekeringen, meubels… Het kon alle richtingen uit.”

04.06.2019
door Fokus-online.be
Vorig artikel
Volgend artikel